Tunic verscheen eerder al voor onder andere de Xbox, maar nu is het eindelijk zover. Het schattige vosje is ook op andere platformen beschikbaar. Sinds eind vorige maand kunnen ook PlayStation en Switch-spelers genieten van een bijzonder avontuur wat veel weg heeft van de oorspronkelijke Zelda-titel. In een interview van ons met de bedenker, Andrew Shouldice, gaf hij al een inkijkje in wat Tunic voor een spel is en hoe het ontwikkelproces is verlopen. Aangezien het Andrew’s visie was om speler echt te laten ontdekken zal ik zo min mogelijk spoilers geven in de review, terwijl ik toch duidelijk probeer te maken waarom dit toch zo’n geweldige game is.
Tutorials? Nee hoor je zoekt het maar uit.
Veel games komen tegenwoordig uit met ellenlange tutorials waar je de besturing leert en aan het handje wordt vastgehouden. Je kunt vaak niets fout doen in die periode. Dat is met Tunic totaal niet het geval. Je spoelt namelijk aan het begin van het spel aan in een onbekende wereld. Je hebt niets bij je en als een echte schipbreukeling moet je het maar uitzoeken. Zelfs aan bordjes heb je vrij weinig, want er wordt gebruik gemaakt van een fictieve taal op de meeste plekken. Hierdoor is het doel van de tekst enorm onduidelijk en heb je er niets aan.
Bovendien heb je ook geen handleiding. Althans niet in het begin. Je komt namelijk tijdens je reis verschillende pagina’s tegen die je kunt oprapen. Deze vormen samen een handleiding die je verschillende tips en tricks geeft. Ook vaak op een omslachtige manier waardoor je het antwoord zelf zult moeten bedenken. De belangrijkste pagina die je kunt vinden is waarschijnlijk de wereldkaart aangezien die jou meer inzicht kan geven van waar je bent en waar je heen kunt.
Dark Souls elementen, maar dan toegankelijk
Zoals Andrew ook al in het interview vermeldde zit het spel vol met inspiratie van Dark Souls. Hij loog er geen woord over want net als Dark Souls heeft Tunic enorm lastige eindbazen en verlies je wanneer je dood gaat munten. Net zoals dat je Souls verliest in spellen als Elden Ring en Dark Souls. Echter zit hier wel een verschil wat het spel speelbaarder maakt door een groter publiek. Zo kun je instellingen aanpassen om het toegankelijker te maken. Zoals een niet doodgaan optie of juist oneindige stamina. Je kunt misschien beredeneren dat dit het spel niet meer leuk maakt, maar het geeft juist de kans om meer te focussen op het ontdekken wat voor sommige gamers het belangrijkste is. Je hoeft het niet aan te zetten namelijk. Je kunt het ook gebruiken om eerst op je gemakje vijand patronen te bekijken.
Daarbij komt dan ook dat de gevechten wat simpeler zijn en minder verschillende combinaties heeft waardoor je makkelijker kunt leren hoe de gevechten gaan en het dus ook geen hele lange leercurve nodig heeft om alles onder de knie te krijgen. Het meeste tijd zal hem in de patronen van vijanden leren liggen.
Simpele maar prachtige vormgeving
Tunic is grafisch niet heel erg uitgebreid. De omgevingen en personages zijn gemaakt met relatief laag aantal polygonen. Dit houdt in dat de vormen minder rondingen hebben en dus hoekiger er uit zien. En dat past juist wel bij de stijl. Het gebrek aan realisme draagt bij aan de verbeelding die je juist met zo’n ontdekkend spel nodig hebt. Dat geldt ook voor het perspectief. Door een isometrisch perspectief te hebben kon de ontwikkelaar verschillende verborgen paden maken die je alleen maar kan ontdekken door te proberen. Zo zitten ze in hoeken waar je niets van kan zien. Wat je wel kunt zien is echter prachtig vormgegeven. Zelfs met de minder uitgebreide details is dit één van de mooiste games die ik in jaren heb gespeeld.
Naast de muziek die perfect bij elke gelegenheid past, is er één ander kernelement die de sfeer bepaald en de game prachtig er uit laat zien. Dat is de belichting. Je komt tijdens je avontuur op verschillende locaties die op verschillende manieren belicht worden. Kerkers met een paar vlammen of bossen waar de zon door de bomen heen komt.
Ja het draait wat minder goed op de Switch dan andere consoles, maar voor een spel als dit is dat totaal niet erg. De mogelijkheid om hem mee te kunnen nemen is in dit geval vele malen belangrijker voor mij dan iets scherpere graphics. Het is toch niet alsof het spel om realisme draait.