Wim Jonk (57) is de nieuwe assistent bij het Nederlands elftal. De voormalig international vervult daarmee de vacature die ontstond na het vertrek van Sipke Hulshoff. Jonk verbindt zich voor twee jaar aan de KNVB, tot en met het WK van 2026. Hij begint komende week in Zeist, waar de technische staf van Oranje bezig is met voorbereiding op de interlands van oktober.
Wim Jonk kan terugkijken op een fraaie carrière als speler. Hij voetbalde bij onder meer Ajax, Inter Milaan en PSV en won twee keer de UEFA Cup. Daarnaast droeg Jonk 49 keer het shirt van het Nederlands elftal en was actief op het EK van 1992 en de WK’s van 1994 en 1998. Na zijn actieve loopbaan werkte hij onder meer als hoofd jeugdopleiding bij Ajax, directeur bij Cruyff Football en bij FC Volendam, waar hij vier jaar hoofdtrainer was.
Wim Jonk: “Het is voor mij een mooie nieuwe uitdaging te gaan werken met de beste spelers van ons land. Als ex-international weet ik nog goed hoe bijzonder het is het shirt van het Nederlands elftal aan te trekken en dat maakt deze stap speciaal. Vanaf het moment dat ik werd gevraagd ben ik eigenlijk steeds enthousiaster geworden. Ik wil graag helpen het groeiproces bij Oranje verder vorm te geven de komende periode. Met deze staf en de potentie van de spelersgroep geloof ik in een goede en succesvolle samenwerking. Ik kijk er naar uit.”
Bondscoach Ronald Koeman: “We zijn erg blij met de komst van Wim. Met zijn ervaring is hij een uitstekende toevoeging aan onze technische staf. Ik ken hem als een goede trainer met een frisse, eigen kijk op voetbal. Met de komst van Wim is onze technische staf compleet voor de komende twee jaar, waarin we goed willen presteren in de Nations League en daarna richting het WK van 2026 gaan werken.”
Het Nederlands elftal komt op 7 oktober bij elkaar ter voorbereiding op de UEFA Nations Leaguewedstrijden tegen Hongarije en Duitsland. Oranje speelt vrijdag 11 oktober in Boedapest tegen de Hongaren en drie dagen later, maandag 14 oktober, in München tegen Duitsland. Afgelopen maand speelde Nederland zijn eerste twee duels in deze competitie: In Eindhoven werd Bosnië en Herzegovina verslagen (5-2) en in Amsterdam volgde drie dagen later een 2-2 gelijkspel tegen Duitsland.