Een kwart van de dronepiloten in Nederland en België vliegt wel eens beroepsmatig met een drone, blijkt uit een onderzoek onder ruim 600 lezers van www.dronewatch.nl. Dat doet men voornamelijk in de Open categorie, die vorig jaar werd ingevoerd als onderdeel van de Europese regelgeving. Naast fotografie en film zijn toepassingen op het gebied van vastgoed, de bouw en inspecties in opmars.
Positief over Europese regelgeving
Veel dronevliegers zijn in zijn algemeenheid positief te spreken over de Europese regelgeving die een jaar geleden werd ingevoerd. Het in andere EU-landen kunnen dronevliegen en het met zeer lichtgewicht drones boven bebouwing mogen vliegen worden als belangrijkste voordelen genoemd. Ook is men positief over de opleidingsplicht die er is gekomen.
Als grootste nadelen noemt men het uitblijven van drones met een vanaf volgend jaar vereiste Cx-classificatie en het toenemend aantal zones met vliegbeperkingen. Ook onduidelijkheid qua handhaving en de extra bijkomende kosten worden vaak als nadeel genoemd. Slechts 10% van de deelnemers zegt in het algemeen negatief te zijn over de Europese droneregels.
Ruim 80% van de ondervraagden heeft zich inmiddels geregistreerd als drone-operator. Ruim tweederde is in het bezit van een vliegbewijs. Daarvan heeft de helft het basis dronebewijs A1/A3, en de andere helft het uitgebreidere dronebewijs A2. Een kwart heeft nog geen dronebewijs of zegt deze niet nodig te hebben.
Beroepsmatig dronevliegen in opmars
Opmerkelijk is dat maar liefst een kwart van de deelnemers zegt wel eens beroepsmatig gebruik te maken van een drone. Vorig jaar was dat nog een op de vijf. Ook is een verschuiving van vakgebieden waarneembaar: drones worden minder vaak ingezet voor mediaproductie (fotografie en video), terwijl toepassingen op het gebied van vastgoed, de bouw en inspecties in populariteit toenemen.
De meeste beroepsmatige dronevluchten (bijna 70%) worden uitgevoerd in de Open categorie. 20% van de mensen die hun drones beroepsmatig gebruiken zeggen nu of binnenkort actief te worden in de Specific categorie. Als belangrijkste privileges binnen die categorie noemt men boven mensen en bebouwing vliegen met zwaardere drones, in industriegebieden&zeehavens opereren, buiten het zicht vliegen, nachtvliegen en in gecontroleerd luchtruim vliegen.
Dronebezit
Het merk DJI is met een huidig marktaandeel van 86% nog altijd veruit het populairst onder dronevliegers. Zelfbouw is goed voor slechts 3% van de drones. Hubsan, Parrot, Autel Robotics en Yuneec hebben gezamenlijk net iets meer dan 5% marktaandeel.
Als het gaat om de aanschaf van een volgende drone zegt 75% van de dronevliegers weer voor DJI te kiezen. Vorig jaar was dat nog 90%. Met name Hubsan en Autel Robotics profiteren van de afnemende interesse in DJI: 12% van de ondervraagden zegt voor de toekomst interesse hebben in deze twee merken.
Het uitblijven van drones met het vanaf volgend jaar verplichte Cx-label zet een flinke rem op de verkoop: 60% van de dronevliegers zegt te wachten met de aanschaf van een nieuwe drone totdat er aanbod is. Ruim een derde wil 500-100 euro uitgeven aan een nieuwe drone, een kwart heeft 1.000-1.500 euro over voor een nieuw toestel.
Maatschappelijke toepassingen
Gevraagd naar maatschappelijke toepassingen van drones valt op dat commerciële pakketbezorging (waaronder maaltijdbezorging) en personenvervoer als minst zinvol worden genoemd. Inzet van drones tijdens calamiteiten zoals brand en ongelukken vindt men de meest zinvolle toepassing van drones.
Andere maatschappelijke toepassingen waar men potentie in ziet zijn het opsporen van drenkelingen, het vervoer van spoedeisende medische goederen, het preventief monitoren op natuurbranden, het opsporen van criminelen door de politie en het uitvoeren van inspecties aan vastgoed en infrastructuur.
Het onderzoek werd uitgevoerd in december 2021. Aan het onderzoek deden 618 dronevliegers mee, waarvan 90% uit Nederland en tegen de 10% uit België. De gemiddelde leeftijd is 55 jaar. 97% van de respondenten is man
Bron en foto © Dronewatch
